Als je het mij vraagt is er niets mooiers dan een familiebedrijf. De dynamiek die je daar vindt vind je nergens. De onvoorwaardelijkheid, de drive, de veelal lange termijn filosofie om het met elkaar goed te doen. Met elkaar iets moois maken voor de volgende generatie. Met al zijn uitdagingen.

Wat houdt een familiebedrijf in?

De definitie van een familiebedrijf is in essentie simpel. De meerderheid van de bevoegdheid van het bedrijf ligt bij een familie. Maar dan begint het. Wat is eigenlijk familie? (Groot)ouders, kinderen en kleinkinderen? Of ook schoonfamilie? Of wat te denken van ‘bonus’ kinderen? In de definitie maakt het niet uit, als de familie met elkaar vindt dat het een familie is, dan valt het onder een familiebedrijf.

In de praktijk zie je wel vaak dat de ‘koude kant’ minder snel (of minder groot) eigendom krijgt en dat eventuele bonuskinderen veelal een clausule hebben in jaren wanneer er bepaalde rechten kunnen worden ontleend aan het bedrijf.

Voor beursgenoteerde bedrijven geldt dat zij een familiebedrijf zijn als familieleden minstens 25% beslissingsrechten hebben. Dat hoeft dus niet te betekenen dat ze in het dagelijks bestuur zitten, dit kan ook geregeld zijn binnen de aandeelhouders.

Het belangrijkste is echter aan familiebedrijf is dat ze zelf zo voelen dat ze een familiebedrijf zijn. Dus de letter van de definitie is voor veel familiebedrijven minder belangrijk, dan de geest van het zijn van een familiebedrijf.

Vormen familiebedrijf

In de theorie onderscheid men 3 vormen van het familiebedrijf:

1. Family owned and family managed. Ofwel de familie bezit het bedrijf en heeft ook het dagelijks bestuur. De meeste familiebedrijven behoren tot deze groep.
2. Family owned, not family managed. De familie is wel de belangrijkste eigenaar van het bedrijf, maar leidt het niet dagelijks. Dit wordt ook wel ‘familiale controle’ genoemd. Managers niet uit de familie hebben de dagelijkse controle.
3. Family managed, not family owned. De familie bekleed wel het dagelijks management, maar is geen eigenaar (meer). Vaak zie je dit bij bedrijven die wel opgericht zijn door familie, maar is verkocht. Voor een bepaalde periode zijn ze nog wel verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur, maar zijn geen eigenaar meer.